met het uurwerk aan de kapstok
lichten sporen van de zomer op
fijne handjes luiden nu de klok
lila bloemen bevelen stop
het witte bandje moet nog kleuren
baasje kever zal herkeuren
kom op zon, spreid je vuur
en schenk die strook een zonnekuur
met het uurwerk aan de kapstok
lichten sporen van de zomer op
fijne handjes luiden nu de klok
lila bloemen bevelen stop
het witte bandje moet nog kleuren
baasje kever zal herkeuren
kom op zon, spreid je vuur
en schenk die strook een zonnekuur
Voor het eerst wagen we met twee kleine ventjes een écht hotelletje in Breda.
Zij vinden het alvast een super idee, ook al schrikken ze zich een ferme hoed als ze het reuze grote ‘vakantiehuis’ ontdekken, ‘is dit allemaal voor ons?’, ‘neen hoor, manneke, amper één kamertje’. En dat ene kamertje staat overvol met twee grote bedden, ze kiezen elk hun stekje, helpen opruimen, willen alles in kasten ordenen, lopen over van vlijt en enthousiasme….
Geraakt op die manier een tas met schoentjes en jasjes spoorloos? We zoeken nog steeds ijverig verder in dat zwarte gat….
Twee volle dagen vragen om een kinderlijke invulling. Keuze in overvloed…
Er staat een speelboerderij op het ‘zware programma’.
Kinderen spelen, spelen en blijven spelen. Binnen, buiten, op de zolder, bij de dieren, op het crossparcours, op de trampolines.
Wij terrassen, terrassen en terrassen. Leuke tijdschriften, spelletjes tussendoor, sloten thee en koffie, spelende kinderen bestuderen en vooral psychologische besluiten (al dan niet met bijhorende therapie) uitdokteren… Ook onze tijd vliegt voorbij.
Hoe overleef je een driegangenmenu (hoorde nu eenmaal bij het pakket….) met twee beweeglijke kinderen? Het reuze schaakspel in de hof zorgt voor dé oplossing.
Met eigen spelregels, volle kracht en beide handen, toveren ze lopers, torens en pionnen om tot één grote chaos.
Slapen tussen kleine en grote ronkers…. het is me gelukt 🙂
Ontbijten is kiezen, kiezen én opeten. Ze vinden het super, zolang ook het spel zijn schakende rol mag behouden.
‘We gaan naar…. ‘hoe heet dat grote park ook weer?’, ‘oma, ik ben bang van sprookjes’, ‘gaan we daar ook varen?’……
Geïmponeerd door de grote kasteeldeur, temidden een massa mensen met -jammer genoeg- datzelfde origineel idee, schuifelen we de Efteling met zijn wonderlijke sprookjeswereld binnen.
Mondjes vallen open van verbazing, handjes klemmen zich vast aan ‘onze rokken’.
De drukte went, we horen ontelbare keren ‘oma, ik vind het hier superleuk’, en …. daarvoor doen we het, die pret.
Kleurrijke bloemen in het park, romantische plekjes tussen de vele vertelsels, uitgelaten gezichtjes, verdoken verrassingen , stralende zon en licht, te lange wachtrijen, koude frietjes, antieke paardenmolen, water en bootjes en een onverwachte haai….gewèldig.
Non-stop-pretlichtjes in de ogen van de kleine zonen ver-teder-en, ver-wennen en ver-blij-den.
Veel te laat rijden we richting thuis. Het kleinste zoontje valt snel in een diepe slaap en rijgt zijn dromen aaneen, van de dag de nacht in. Het oudste kleine zoontje babbelt zich dapper wakker, de hele autorit lang.
Tevreden, voldaan, content en verzadigd rijgen ook wij de synoniemen aan elkaar.
Jaar in jaar uit gingen deze laatste schooldagen gepaard met veel emoties.
Afscheid van klassen waar ik een goede band mee had; afscheid van lieve, leuke, soms lekker luie leerlingen; (tijdelijk) afscheid van toffe collega’s en vooral dé bel.
Dé bel die soms verlossing bracht, dé bel die soms te vroeg het einde van het lesuur aangaf, dé bel die me soms deed steigeren, dé bel die me vaak ergerde, wegens ‘te schools’….
Ik mis dit voelen, en toch ook weer niet.
Want wonderlijk waar, het intense voelen is toch daar…
Afscheid van terug een schooljaar, schooljaren die vliegen en waarin ik dapper probeer mee te vliegen, 4 kleinkinderen die straks een klasje hogerop klimmen, kinderen die binnenkort ook in slow-modus gaan.
(Gelukkig tijdelijk!) afscheid van de M/Daanhoogtedagen. Hij blijft nog even klein, en mag nog genieten van de ‘ompa’-opvang. De kleindochter gaat al richting 3e studiejaar, oh stop de tijd, tempus blijft fugere!! Zij wordt groot, oma is fier, maar alleen die tijd… die gaat onverbiddelijk door…
Soms zalig, soms ‘oh neen’…
Het zomertje zit erop, ik ben niet echt rouwig, de zon is heerlijk, de hitte minder.
Er hangt regen in de lucht, en net nu- terwijl de dreigende druppels het neervallen nog even uitstellen- plaatsen werkmannen hier een -jawel- zonnige zonneluifel. Ons terras zal binnenkort fris en koel blijven, beschermd van te-zon en te-hitte en te-UV.
Laat ze maar stralen nu, na de beloofde natte dagen.
Nu is de zomer daar
een lange vakantie zomaar
met zee, kindjes, pure rust
een stralende zon die kust
wandelen en fietstochten
langs verrassend nieuwe bochten
ik duim dat ze meewillen, die spieren
dan kan ik de échte zomer vieren