“………., een greep uit de ingrediëntenlijst van vijf drukke, maar fijne dagen.”
(https://omabaard.wordpress.com/2019/04/22/alles-blijft-alles-gaat-voorbij-alles-blijft-voorbijgaan/)
Ik schrijf over een heerlijke vakantie, en lees even heerlijke reacties.
Nagenieten en herbeleven!, maar toch rest dat donker greepje, een greepje dat ik ‘vergat’ te beschrijven, in de hoop het voorgoed te verbannen.
De herinnering is niet fijn, en nog steeds voel- en grijpbaar.
Het is nacht, het kleine ventje geraakt verstrikt in de jeuk, de windpokken zorgen voor spastische bewegingen, een stoer gevecht tegen niet krabben, niet aanraken.
Ontelbare keren neem ik hem mee de woonkamer in, waar nacht-TV zinnen en hevige jeuk poogt te verzetten, hij ligt gespannen in mijn armen, maar weet met zichzelf geen blijf. Ik troost, doe een poging tot, hij kermt, kreunt en roept, poedertjes noch zalfjes helpen, terug het bed in, waar alles zich herhaalt en blijft herhalen.
Na drie uren veldslag leveren vallen zijn oogjes onrustig toe, hij blijft schudden en bewegen in de zetel, maar het eentonige nachtbeeld krijgt hem langzaam maar zeker in de greep.
Ik ga alvast zijn bedje opdekken, lakens keurig leggen, om hem terug over te brengen. Langzaam buig ik voorover, en verlies -volledig onverwacht- de controle over mijn spieren.
Een hevige kramp houdt me langdurig in zijn macht, met heel veel kracht, middenin de nacht, ik versmacht.
Ik ken het en herken, een onverklaarbaar, nooit gediagnosticeerd verschijnsel, waar ik ondertussen reeds 27 jaar voor dokter, in alle hoeken van het land, Google heb ik grenzeloos doorsnuisterd, alternatieve therapieën eindeloos geprobeerd, ontelbaar veel neurologen passeerden de revue, maar het gedrocht blijft me volgen als een ongenaakbaar donkere schaduw.
De pijn neemt het rationeel denken van me over, ik lig in een verwoestende kronkel en wacht, wacht tot enige beweging weer mogelijk is en ademhalen weer een fait divers kan worden.

Het ventje ligt te woelen op de zetel, ik hoor hem zuchten, schudden en verbijten.
Hij heeft geen benul waarom oma zo lang weg blijft, maar wacht geduldig tot we beiden- doodop en groggy- het bed terug opzoeken.
Opgelucht hoor ik zijn ronken, en wacht ook zelf op de verlossende slaap.
Het monster waakt dreigend over me, elke uitbarsting overspoelt me met radeloosheid.
Maar de volgende dag staan we samen , ik, mijn schaduw en het kleine ventje blij maar vermoeid op en beleven vrolijk de dag, zijn jeuk verstilt, het kreunen verstomt, mijn wanhoop en pijn ook …. in een iets trager tempo.
Ik moet aanvaarden, ‘het’ heeft weer eens overwonnen, ‘het’ vraagt tijd om spieren weer te lossen….
Alles blijft voorbij gaan….en ik spring en huppel weer (hum 🙂 )