Het jaar dat weer veel te snel omvloog. Die tempus blijft maar fugitten.
Het jaar waarin ik Corona-angst grotendeels van me leerde afschuiven, meer nog me kritisch opstelde, verschrikkelijke oorlogsperikelen de vrije plekjes in het brein vlot opnieuw invulden en het WK een omstreden gebeuren werd, maar toch voor een spannend spektakel zorgde bij de finale.
Het jaar ook dat ik nog met één oog en oor het nieuws volgde, kwestie van mezelf te wapenen en niet kapot te gaan aan al die slecht-nieuws-berichten. Ik beken, struisvogelpolitiek kan wonderen doen.
Het jaar dat we verloren Coronavakanties inhaalden. Twee mooie reizen zal ik niet snel vergeten. Met zoon 2 en schone dochter reisden we in het voorjaar door Zuid-Engeland. Het waren blije, toffe, verrassende dagen middenin Engelse golvende én ruwe landschappen.
Met zoon 1 en schone dochter en kleinkinderen reden we naar de bergen, richting Oostenrijk. Prachtige vergezichten. De bergen waren hier de laatste jaren een beetje in de vergeethoek geraakt, iets met te ver rijden en spierproblemen, en dus kwamen wandelingen uit een ver verleden met mijn ouders en onze jonge kinderen nostalgisch boven drijven. Het werd een succesverhaal.
Het jaar dat kinderen grote knopen doorhakten en ouders enkel (beetje gelaten) konden toekijken. Zoon 2 en schone dochter vertrokken naar Vancouver. Er waren moeilijke momenten, momenten dat ik me echt eenzaam voelde, hoewel ik warm omringd ben. Die 7500 km afstand blijft door mijn gedachten spoken. Maar ze stellen het wel en we bellen geregeld. Tof. Ik werd terug een kleinhond rijker. Ondertussen nummer 6 bij de driekoppige kroost. En dan te zeggen dat we het zelf nooit verder brachten dan een visbak.
Zoon 3 ging voor zijn jarenlange droom en woont nu in de zorghoeve, waar mooi en zinvol werk wordt geleverd. Hij heeft een groot hart voor dieren en jongeren met extra noden. Dat betekent luxe inboeten, maar dat heeft hij er graag voor over.
Het jaar dat mijn spieren opspeelden en terug milder werden. Ermee leren leven is dé boodschap.
Het jaar dat we op zoek gingen naar een nieuwe tandarts én nieuwe huisdokter. Wij waren samen opgegroeid en ondertussen heel erg vertrouwd met de vorige. Maar net als wij, werden ook zij oud(er). Geen evidentie hier in de omgeving. We botsten te vaak op ‘volzet’. Maar de volhouder wint. De nieuwe huisarts valt goed mee, de tandarts minder, hij doet me pijn of ben ik flauw?, en is voor deze angsthaas net iets te doortastend. We kozen voor jong, dan kunnen ze nog heel lang mee. En wij met hen.
Het jaar dat de kleinkinderen elk een jaartje ouder werden. Raar maar waar. Ik incluis. Zij zijn fier. En ik op hen. Zei ik al dat het schatten zijn?
Het jaar dat ik 53 blogs schreef, ik heb nog één week de tijd om er 20 extra aan te breien en het aantal van vorig jaar te bereiken. Neen, dit gaat niet lukken. Geef het op meisje.
Het jaar met een lange, hete, droge zomer. De evolutie baart zorgen, maar zon zorgt altijd voor een glimlach.
Het jaar dat de fietsen dus vaak van stal werden gehaald en we prachtige hoekjes ontdekten. Die zorgen dan voor een instant geluksgevoel. Dat nemen ze me niet meer af.
Het jaar dat ik twee blogvriendinnen in levende lijve mocht ontmoeten in Antwerpen én dat het een grote meevaller was. Niet dat ik daaraan twijfelde, het schrijven zorgde al langer voor verbinding. Nieuwe afspraken voor het voorjaar zijn gemaakt en de groep zal flink wat groter zijn. Fijn toch!
Het jaar dat de gasprijzen de pan uitswingen en we het overleven met een graadje minder.
Het jaar dat ik phonelessen volgde met een slechte maar lieve leerkracht. En tips en tricks in computerlessen met een goede en toffe leermeester. Wij, de leerlingen, vormen ondertussen een hechte groep waar heel wat afgelachen wordt.
Het jaar dat ik een goede vriendin verloor. Niet letterlijk gelukkig. De geboorte van een kleinkind zette haar op non-actief wat onze (toch wel intense tot dan toe) vriendschap betrof. Er was geen tijd meer, ik moest beloven een half jaar te wachten. Begrijpe wie kan, ik kon het niet, en haakte af, voor mij hoefde het niet langer. Na vele jaren wekelijkse afspraakjes kwam dus tijd vrij voor iets nieuws. En de tijd, die vulde zich vanzelf. En toch is er nog steeds het gemis.
Het jaar waarin het druk, drukker, drukst was en we beseften dat we misschien niet ver af stonden van een pensioen-burn-out. Een ouder wordend brein werkt trager? Oorzaak gevonden. Alles beter dan het lege gat.
Het eerste jaar dat we Kerstmis vierden met een niet-complete bende. En dat het wonderwel lukte, het was een warm tof feest. Blij met mijn kroost, mijn kleinkroost, mijn nieuwe kroost, mijn oude kroost, mijn verre kroost, mijn hondenkroost.
Het jaar met aangrijpende films zoals Close, She Said en de Acht Bergen. Ik kan heel hard verdrinken in een boeiende andere wereld. Bij ‘de Acht Bergen’ pinkte ik een traantje weg. Een film boordevol gevoel in een prachtig decor.
Het jaar waarin mijn schoonmoeder 92 werd en er flink op achteruit ging. Ze leerde nog niet aanvaarden. ‘En dan spreken ze van een mooie oude dag’’. Het besef dat ze lang en mooi oud mocht worden, is er niet en zal niet meer komen. Het gezonde brein laat haar geregeld in de steek.
Het jaar dat ik drie mensen, die een slecht lot trokken uit de levensloterij, mocht opgelucht maken met een geschreven persoonlijke terugblik op hun leven. Hun woorden en waarden in mijn verhaal met een mooie lay-out en foto’s. Zij waren tevreden, op mijn beurt hoorde ik veel levenswijsheid. Soms moet een mens zwaar ziek worden om te leren relativeren en de kleine dingen in het leven te waarderen.
Het jaar dat manlief bleef gidsen in Gent en Sint-Niklaas, zich (nog net geen) breuk werkte in het schoolbestuur en elk vrij moment op de fiets sprong, vaak tussen het vele klussen door. Vijf sterren voor inzet en werklust.
Het jaar dat we (binnenkort, wij waren laat-op-het-jaar-bloeiers) onze vermiljoenen of saffieren bruiloft vieren, gewoon eventjes ‘snel’ tussen de andere feesten door.
Het jaar dat mijn eindejaarsbrief veel te lang werd. Met het nodige begrip dus als lezers hier afhaken. Alhoewel, één zin doorzetten moet misschien nog net lukken?
Het jaar dat ik eindelijk begreep: ‘Los van alle tradities kan ik opkijken naar de sterrenhemel en aangegrepen worden door dat immense wonder waarin wij leven en waarvan we een onooglijk klein fragment zijn’. (Ulrich Libbrecht)