Een boek lezen en ondertussen de kuisman bespieden. Moet kunnen. Het hele huis, van boven tot onder kreeg weer een grondige beurt, het ruikt fris, en kunnen geur genieten betekent veel in deze lastige dagen.
Ondertussen ben ik een heel eind gevorderd in “Zonder liefde” Van Stefan Brijs. Een heerlijk, ongecompliceerd, filosofisch noch gekunsteld verhaal over vriendschap, net geen liefde. Of toch wel? We spreken over platonische liefde , of innige vriendschap. Volgens Plato bestaat liefde niet als mensen geen gelijken zijn, in de tijd van toen (en vaak nu nog, helaas) met grote verschillen tussen man en vrouw een veelvoorkomende waarheid dus. Wij begrijpen hier eerder een seksloze liefde onder.
Het boek leest als een trein, lekker luchtig, maar boordevol gevoel, vooral als je tussen de regels door kan lezen.
De beloning voor de kuisman wordt een spinazie-zalm-lasagne. Eigenhandig ineen geflanst, en lekker. Bevestigd door mijn (kuis)manlief.
Oh help, de bloembollen, twee weken geleden zorgvuldig geplant in de hoop op een kleurig seizoen na de winter, zorgen reeds voor scheuten. Zal ik het dan maar als de komst van lente bekijken?
Opgeruimd staat netjes, drie woorden van mijn moeder, die ik vaak mocht aanhoren in de tijd dat ik nog een slordige puber was met een altijd-overhoop-kamer. Ook de (ver)plant(en)tafel, de hele zomer bekleed met fleurig rode bloemen, komt nu aan zijn lege einde. De vogeltjes fluiten eenzaam en verlaten. Ze krijgen een plaatsje binnen, waar het lekker warm is. De zon lijkt te lang spoorloos tegenwoordig. Vele tinten grijs dringen zich op.

In de krant lees ik mindful het artikel van Tom Hannes (auteur en filosofisch onderzoeker)
“Zen of de kunst om ons slecht te voelen”. Meditatie wordt tegenwoordig aangeraden als aaien na het graaien.
Meer werken betekent meer verdienen, betekent meer mogelijkheden, meer ervaringen, meer geluk, vraagt ook steeds meer energie. Tot we in het dode straatje van uitputting en uitgeblust terecht komen, dan brengt de aaicultuur troost, waar ‘niets moet, alles mag’ het opperste welzijn tovert bij rust, ontspanning, mediteren. Dit houdt ons op de been om de volgende dag direct weer de ratrace in te duiken. We slagen in het leven zolang we alles kunnen blijven combineren, en verdiende rust ons de weg naar het grote geluk wijst.
“We doen onszelf en elkaar de duvel aan door volmaaktheid steeds meer en onbewuster te beschouwen als een minimum bestaansvoorwaarde”.
Nu ik gestopt ben met werken, als lustige en rustige pensionado door het leven mag gaan, besef ik dat hier veel waarheid in schuilt, als ervaringsdeskundige, helaas.
Je beter voelen via meditatie is heerlijk. Maar misschien is het realistischer ons via zen de kunst om tegenslagen te verwerken–want dit hoort bij leven, onvoorwaardelijk- eigen te maken? Herken ik hierin de woorden van Dirk De Wachter? We hoeven echt niet de hele tijd de blinkende appel in de supermarkt te zijn, zegt Hannes.
Oefenen in meditatie blijkt twee kanten van de medaille aan te bieden.
De ene al realistischer dan de ander. Ik ga voor de ander! Alleen…..nu nog leren mediteren…..
Onze notenboom was dit jaar uitbundig gul. Wie zin heeft, welkom, kopje koffie inbegrepen. We hebben er nog vééééééél meer.
