Het extra vroeg opstaan (naar mijn normen) valt me zwaar, maar ik word op tijd verwacht in de garage met mijn kleintje. Ik geef graag de sleutels af en mezelf over aan de rust.
Waar is de tijd dat we, terwijl we wachtten tot de auto terug in orde is, in een klein ijskoud lokaaltje werden gedropt, 10 personen voor 5 stoelen, we keken de kat uit de boom om de eerstvolgende vrije zitplaats te bemachtigen. Stoelendans.
Nu is er een grote warme bovenverdieping met heel fijne zeteltjes en gratis warme drank. Rondom mij overal ronkende laptops, zelf lees ik ontspannen de krant en een boek, kwestie van me niet schuldig te voelen bij teveel staren en wegdromen en psychologische bedenkingen fantaseren.
Een SMS moet me terug in de wereld roepen als de werkmannen klaar zijn met het onderhoud. Na twee volle uren heb ik nog steeds geen piepje gehoord, mijn afspraak voor de schouwing komt angstwekkend snel dichterbij. Geïrriteerd klap ik boek en smartphone toe en werp de krant in de mand. Aan de balie zijn ze net met een pittige rekening bezig, het blijkt die van mij te zijn. Opluchting en ’t geschot in één beweging. Maar mijn wagentje stelt het wel voor zijn jaren, aan goede verzorging geen gebrek. Geslaagd!
En nu stante pede richting autocontrole. Hij staat nog vers in het onderhoud, dus hét ideale moment. Hoewel Waze een handje toesteekt, geraak ik – naar jaarlijkse traditie- toch weer de weg kwijt in het kris-kras industriepark én schuif ik uiteindelijk bij de verkeerde rij aan, wat een lange rij wachtenden voor me betekent!
Waarom is een reservatie dan nuttig? Tot ik ontdek dat de slimmeriken mét reservatie elders mogen aanschuiven, daar waar geen kat, sorry auto, staat. Met het nodige gemanoeuvreer schuifel ik omslachtig de andere kant op, omstaanders kijken jaloers toe, tja….
Weer geef ik met plezier de sleutels uit handen. Waar is de tijd dat ik zelf de auto op de rollers moest mikken, de motorkoffer moest openen en ik nooit de juiste knop vond, de twee smalle richels moest oprijden om dan in de hoogte te verdwijnen én als jong braaf meisje pittige, lees seksistische, opmerkingen moest slikken in een mannenwereld boordevol testosteron. Twee jaren hield ik het toen vol om daarna de job vriendelijk door te schuiven naar manlief.
Hij deed het…. allebei opgelucht.
Maar sinds jaren is ‘de kleine’ dus weer mijn job en hoor ik nog enkel vriendelijke en respectvolle woorden.
Times they are a’changin, Of heeft het met de leeftijd te maken? Neen hoor, het is den Bob die altijd gelijk heeft.
Hij is geslaagd met vlag een wimpel. Weer een jaartje veilig.
Vandaag is controledag. Mijn laptop en auto kwamen al aan de beurt. Nu ik nog. Het jaarlijkse bloedonderzoek, dat ik via Cozo al stilletjes opgezocht heb met toch wel enige paniek bij het verder surfen, toonde een paar rode cijfers.
Oei! Ai! Euh?
Dan maar zo snel mogelijk een afspraak bij de huisarts vast leggen, voor de zekerheid, voor de controle, je weet wel….Maandag controledag…. Hij stelt me gerust, sommige puntjes moeten worden opgevolgd, maar alles is in evenwicht, ik ben geslaagd en met een paar voorschriftjes ben ik weer voor een jaar veilig. Denkt én hoop hij. En ik met hem.
Ook de zon slaagde er vandaag in volop door te breken. Ik besluit te voet naar huis te stappen, goed voor de benen en de geest, fiets aan de hand. Een auto rijdt me voorbij, stopt en keert achteruit terug. De man doet zijn raam omlaag en vraagt of hij me kan helpen met de fiets. Niet praten met vreemde mannen, leerde mijn moeder me. Maar hij is zo vriendelijk en lijkt echt bezorgd.
‘Neen hoor, dank je wel, ik oefen enkel de fysiek. Maar lief dat je het vraagt.’
‘Graag gedaan, ik zou ook willen dat mensen stoppen als mijn dochter zo moederziel alleen op de straat loopt, fiets aan de hand.’
Hij lijkt 45, ter plaatse groei ik minstens 10 cm. Mijn dag is meer dan geslaagd.
Ik lach, hij lacht terug.
Ik stap verder, hij rijdt door.